Ad Verbrugge
Ad Verbrugge studeerde Filosofie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij is een jonge filosoof met een ouderwetse toewijding aan zijn vak. Volledige inzet wil hij, anders hoeft het van hem niet. Zijn werk, dat zich weliswaar in de traditie van Aristoteles, Hegel en Heidegger nestelt, richt zich nadrukkelijk op de actualiteit. Hij maakte naam met kritiek tegen de managerscultuur en de teloorgang van het onderwijs.
Een koppige Zeeuw, die als docent ‘een echt academische sfeer creëert zoals je die zelden tegenkomt’. In 2004 brak hij door bij het brede publiek met zijn boek ‘Tijd van onbehagen’, dat inmiddels in de vijfde druk is verschenen. Hierin analyseert Ad Verbrugge een aantal maatschappelijke problemen, waarin hij een gemeenschappelijk kenmerk ziet: een gebrek aan ‘bezieling’ in de samenleving. Zijn bekendheid en populariteit groeiden aanzienlijk na een geruchtmakend essay tegen het ‘procesdenken van de manager’. Het essay heeft hem tot een held gemaakt in beroepsgroepen, die zuchten onder de controledrang van managers.
In 2002 werd Ad Verbrugge verkozen tot universitair docent van het jaar in Leiden, en wederom in 2008 aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn colleges staan bekend om hun levendigheid en bezieling. Momenteel is hij universitair hoofddocent Sociaal-Culturele Wijsbegeerte aan de VU Amsterdam, en op weg naar het hoogleraarschap. Sinds 2010 doceert hij daar tevens ‘Filosofie van de economie’ bij de Economische Faculteit. Ook is hij voorzitter en mede-oprichter van de Vereniging Beter Onderwijs Nederland. Op 27 augustus 2006 trad Ad Verbrugge op in het programma ‘Zomergasten’ van de VPRO. Met ingang van 2009 is hij gestart met de maandelijkse organisatie van ‘Filosofie op de Zuidas’.
Ad Verbrugge licht in een interview met Tegenlicht zijn ideeën over onze huidige samenleving toe aan de hand van de film The Matrix.








